Belichting en camera-instellingen voor beginners
Dit artikel omvat een complete beginnerscursus. Om het maximale uit de workshops te halen, is het erg handig om onderstaande begrippen goed te kennen en te weten waar e.e.a. is in te stellen op de camera. Pak eventueel de handleiding van de camera erbij om te weten waar alles zit. Je bent al een heel eind onderweg wanneer je dit onder de knie hebt! Wanneer je handmatig kunt belichten weet je ‘hoe het zit’. Met de illustraties van Enno erbij is het eigenlijk heel eenvoudig.
De camera schematisch weergegeven
Hieronder zie je de complete werking van de camera zeer eenvoudig weergegeven. Het diafragma werkt ongeveer hetzelfde als het menselijk oog. Veel licht: kleine opening of kleine pupillen. Weinig licht en de pupillen verwijden, ofwel de diafragma opening groter. Het diafragma doet nog wat meer: bij een kleine opening (= groot F-getal!) wordt de scherptediepte groter, onderwerp én achtergrond scherp.
De sluiter kan langer of korter open worden gezet en laat zodoende meer of minder licht door met het instellen van de sluitertijd.
Met het ISO-getal kan het uitgaande signaal van de beeldsensor versterkt worden. Zodoende ‘pakt’ de sensor meer licht, maar het geeft ook meer ruis in de foto.
Belichtingsdriehoek
Sluitertijd, ISO-getal en diafragma houden direct verband met elkaar en zijn onderverdeeld in stops. Een stop is een halvering of verdubbeling van de hoeveelheid licht. Iedere klik op de instelwielen op de camera komt overeen met 1/3 stop. Dit komt weer overeen met een streepje op de lichtmeter van de camera. Zie de voorbeelden om te zien wat deze instellingen doen.
Sluitertijd
Diafragma
ISO getal
Belichting instellen
M- of manual stand: met deze instelling heb je alles onder controle, ISO-getal, diafragma en sluitertijd stel je zelf in. Kijk naar de lichtmeter in de zoeker om het licht te meten. Streepje in het midden is neutraal belichten.
Diafragmavoorkeuze: ISO-getal stel je zelf in. Diafragma wordt vastgezet en de camera kiest er een sluitertijd bij. De belichting kan gecompenseerd worden met ‘plussen’ en ‘minnen’.
Sluitertijdvoorkeuze: ISO-getal stel je zelf in. Sluitertijd wordt vastgezet en de camera kiest het diafragma. Hier kun je op dezelfde manier de belichting compenseren als op de AV-stand.
Alles onder controle met de M-stand
Na het maken van de foto kun je op het beeldschermpje zien of de foto goed is belicht. Dit is mede te zien aan het histogram. Tevens kun je bij het bekijken van de foto een waarschuwing aanzetten voor ‘uitgebeten wit‘. Uitgebeten spots laat de camera in het wit knipperen. Zet dit altijd aan!
Voorbeelden
Landschapsfotografie met een groothoeklens waarbij de scherptediepte leidend is. Het diafragma is ingesteld op F13.0 om voor- en achtergrond scherp te krijgen. Er is scherp gesteld op de voorste stukken ijs. Om de foto zo zuiver mogelijk te krijgen (minimum aan ruis) is het ISO-getal op 100 gezet. Als laatste is de sluitertijd ingesteld op 0,3 seconden. Hier gebruik je een statief voor. Vanuit de hand zou er behoorlijk wat beweging in hebben gezeten.
Landschapsfotografie met een lichte telelens vanuit de boot en dus vanuit de hand. De sluitertijd is leidend geworden om geen beweging in de foto te krijgen. Het diafragma is op F8.0. gezet, zodat de lensopening wat groter is en de sluitertijd wat korter. Er was voldoende licht om het ISO-getal op 200 in te stellen, waarbij de sluitertijd op 1/400 kwam. Voldoende snel om geen beweging te krijgen.
Vliegbeelden met een telelens. Om zo min mogelijk beweging in de vogels te krijgen kan de sluitertijd niet kort genoeg zijn. Liefst een 1/1600. Een beetje marge in de scherptediepte kan ook geen kwaad om alle vogels scherp te krijgen. Hier is gekozen voor een compromis, zoals bijna altijd het geval bij wildlife-fotografie. Sluitertijd 1/1600; Diafragma F8.0. Het ISO-getal is iets opgeschroefd tot ISO 400 om aan de 1/1600 sluitertijd te komen. Door gebruik van een zware telelens is de scherptediepte toch minimaal gebleven en de achtergrond onscherp.
Wildlife-fotografie met een telelens bij een absoluut gebrek aan licht. Het ISO-getal, waarbij de ruis nog enigszins acceptabel is, is meteen gekozen. In dit geval ISO 1600. Het diafragma is volledig open gezet en dan maar zien wat de sluitertijd wordt met de lichtmeter van de camera in het midden afgesteld met de sluitertijd. Deze werd 1/200 seconde. Op zich zou je met de gebruikte telelens liever op 1/1000 seconde zitten. Dan maar wat vaker afdrukken om meer kans te hebben op die ene scherpe foto. Zie ook dat de scherptediepte minimaal is.
Auto focus instellingen
– Dynamische auto focus die het onderwerp volgt als het in beweging is.
– One shot autofocus die uitsluitend geschikt is voor statische onderwerpen zoals bijvoorbeeld landschappen.
Je kunt kiezen uit: alle auto focus-punten aan, een groepje of een enkel autofocus-punt.
Tot slot
Het is erg handig om een beetje de weg te weten in het menu van de camera. Hier zitten tevens de instellingen voor de kwaliteit en grootte van de fotobestanden.
Dit was alles wat je moet weten om goed voorbereid te zijn voor alle fotoworkshop in het programma. Veel plezier alvast met het eventuele uitzoeken van bovenstaande. Voor wie nog nooit handmatig heeft belicht is het handig om er wat mee te spelen. Zet met bovengenoemde instellingen de lichtmeter eens in het midden (op nul) en speel wat met de instellingen om er wat feeling mee te krijgen. De lichtmeter wordt geactiveerd door de ontspanknop half in te drukken.
Voor wie klaar is voor de volgende stap: Belichting voor gevorderden. Hier wordt uitleg gegeven aan het histogram en wordt dieper ingegaan op de werking van de lichtmeter van de camera.